De nabehandeling boetseren en mogelijkheden. Voor het bakken moeten de werkstukken goed droog zijn. Afhankelijk van de dikte van de laag klei kan dit tot drie weken duren. Opdat het werkstuk gelijkmatig droogt, trekt u er een plastic zak overheen die u elke dag een stukje verder openscheurt om meer lucht toe te laten. De zak voorkomt dat het werkstuk aan de buitenkant te snel droogt en de vochtigheid in de diepere lagen niet weg kan. Scheuren die door het krimpen van de klei tijdens het drogen ontstaan, maakt u nat en omwikkelt u tevens met een vochtige doek, totdat de klei weer is opgezwollen. Deze plek droogt dan pas als op andere plekken het krimpproces al is afgesloten. Door het drogen verandert de kleur van de klei. De diepe, vochtige kleur wordt stoffig, licht en poreus. Als u er niet zeker van bent of de klei echt droog is, kunt u beter nog een paar dagen wachten. Als een kurkdroog stuk bijvoorbeeld tijdens het transport afbreekt, bakt u de afzonderlijke delen en lijmt ze na het bakken weer aan elkaar.
Bakken
Als u zelf geen over hebt, kunt u de werkstukken bij een keramist laten bakken, die ook ervaring heeft met het bakken van werkstukken. De over moet uiterst voorzichtig gevuld worden, want bij dit proces is er grote kans op breukgevaar. Staande figuren moeten zo opgesteld worden dat ze niet om kunnen vallen. Als ze de wand raken, moet u erop letten dat ze – bij elektrische ovens – niet in contact zijn met hittedraden. De baktemperatuur is afhankelijk van de soort klei; u kunt er het beste bij aankoop naar informeren. Meestal ligt de temperatuur tussen de 1000 graden Celsius en 1100 graden Celsius. Als u de temperatuur hoger instelt, wordt de klei weliswaar donkerder en harder maar krimpt hij ook meer. Na het bakken moeten de werkstukken nog ongeveer acht uur in de gesloten over afkoelen. Aansluitend kan het werk eventueel geglazuurd en nogmaals gebakken worden (baktemperatuur tussen 1000 graden Celsius en 1200 granden Celsius). Volg de aanwijzingen van de fabrikant op of vraag uw keramist.